We waren aanwezig tijdens de Nationale Folkloredag 2023

23 september j.l. was weer de jaarlijkse Nationale Folkloredag, dit jaar in het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen. Een pracht locatie wat precies past bij de Nederlandse folklore. Wij, de Folkloristische Dansgroep Wi’j eren ’t Olde uit Zelhem, waren zoals ieder jaar weer aanwezig.  De organisatie was dit jaar in handen van de Oud West-Friese dansgroep “Wijdenes”.

We werden vanaf het treinstation in Enkhuizen met de boot opgehaald en naar het museum gebracht, dit was al een prachtige tocht om mee te beginnen. Met een mooie wandeling vanaf de boot door het museum naar het restaurant werden we onthaald met koffie en een flink stuk appelgebak. Tijdens de koffie opende de voorzitter van “Wijdenes” de Folkloredag en gaf het woord aan de vicevoorzitter van de FFGN, Rijk van Doorn. Hij prees de trouwe opkomst van de FFGN leden uit heel het land. Maar hij betreurde het ook dat er weer enkele groepen zijn gestopt omdat er geen (jongere) aanwas is. Daarna kregen we via dia beelden en tekeningen uitleg over de boerderijen in Noord-Holland. Hoe en waar ze werden gebouwd en over de indelingen van woonruimtes, stal en hooizolders alsmede de kolossale hooibergen bij de boerderijen. Na de presentatie zijn we al wandelend “flanerend” door het museum naar het museumrestaurant gegaan voor de voortreffelijk lunch.

Hier was tijd om bij te praten en herinneringen op te halen met folkloristen uit heel het land. Na de lunch werd er gezamenlijk gedanst op het dorpsplein bij de kerk in het museum. Dit is altijd weer een belevenis op zich zelf. Het verschil in de dansen en muziek per groep en per streek. Na het afscheidsdrankje en als aandenken een zakje tulpenbollen zijn we rond 17.00 uur weer met de boot vanaf het museum vertrokken naar het station en vanaf daar weer met de auto huiswaarts. Er was veel publiek aanwezig die onze folklore een warm hart toe dragen.

Het was een voortreffelijke mooie dag, een enkel buitje afwisselend met een stralende zon. Een pluimpje voor de organisatie.

Foto: Theo van Hest